Hamilton MR1
De lay-out van het scherm van de Hamilton C1 en MR1 komt overeen en alle knoppen zijn hetzelfde.
De Hamilton MR1 wordt gebruikt als transport beademingsmachine en deze wordt op de transporttrolley bevestigd. Dit is een MRI-compatible beademingsmachine. Vooralsnog zijn MRI transporten niet veilig mogelijk, aangezien de hemodynamische en respiratoire bewaking nog niet gewaarborgd is.
Deze machine bevat een turbine, waardoor een persluchtaansluiting vervalt. Hierbij hoeft alleen zuurstof aangesloten te worden. De machine genereert zelf de perslucht.
Voor transport wordt op de MR1 het niet-bevochtigde beademingscircuit gebruikt (zie aansluiten benodigdheden (transport)).
- Alarmlamp (rood = hoge prioriteit, geel = medium of lage prioriteit)
- Touch screen (geeft toegang tot meetwaarden en instellingen)
- Power/stand by knop Hiermee zet je de ventilator aan, uit of standby
- Accu oplaad indicator vol = accu volledig opgeladen. Knipperend = accu laadt op
- Dag/nacht knop wissel tussen dag en nacht display instellingen
Screen lock/unlock knop Voorkomt ongewenste wijzigingen van instellingen - Inspiration hold Tijdens het indrukken van deze knop wordt de inspiratie vastgehouden. Dit maakt het mogelijk om een plateaudruk te meten
O2 teugen Geef 100% zuurstof gedurende 2 minuten. Druk de knop een tweede keer in om te stoppen. - Printscreen Bewaar een printscreen van het huidige ventilator screen
Verneveling aan/uit - Alarm/stilte knop
- Draai/druk knop. Gebruik deze knop om te selecteren en aan te passen van de ventilator instellingen
- Onderzijde
- Inspiratiepoort (naar patiënt toe)
- Expiratiepoort (van patiënt af)
- Expiratieklep
- Flowsensor connectie
- Inspiratie-en expiratiecircuit in elkaar
- CO2 cuvette
- Flowsensor
Volgorde van patiënt naar beademingscircuit
1. Tube
2. Gesloten uitzuigsysteem
3. Swivel
4. HME filter
5. Flowsensor
6. CO2 cuvette van Philips monitor
7. Beademingscircuit (niet-bevochtigd) voor transport
8. Expiratieklep
9. Beademingsmachine
De expiratieklep is disposable en zit in iedere set met een beademingscircuit bijgevoegd. Deze kan na gebruik voor dezelfde patiënt voor een volgend transport gebruikt worden en bij ontslag van de IC wordt deze (doorzichtige) expiratieklep weggegooid.